Tot slot enkele woorden van dank.
Een wetenschappelijke carrière is niet mogelijk zonder persoonlijke, wetenschappelijke en financiële steun.
Het begon zo ongeveer twintig jaar geleden, toen ik dankzij de financiële en morele steun van mijn ouders een succesvolle vierjarige licentiaatsstudie in de wiskunde kon aanvatten aan de Universitaire Instelling Antwerpen. De impuls om wetenschappelijk onderzoeker te worden kwam van mijn promotor, Jan Paredaens, maar ook een beetje van mijn medestudent, Marc Gyssens, met wie ik zes jaar lang een kamer op de UIA heb gedeeld. Behalve zij zorgden ook de andere medewerkers van het departement wiskunde ervoor dat de UIA mijn tweede thuis werd, waar slechts een douche en een bed ontbraken om er permanent te wonen.
Vele onderzoekers krijgen last van een post-doctoraats depressie. Dat mij dit bespaard is gebleven heb ik geheel te danken aan Sharon Murrel, die mij liet kennismaken met Bell Laboratories, eerst voor een kort bezoek, en later voor een post-doc positie. Murray Hill heeft bij mij voorgoed de status van een tweede woonplaats gekregen, en een reis naar de Verenigde Staten zonder tussenlanding in Newark en verblijf in Murray Hill kan ik mij nauwelijks voorstellen.
Mijn komst naar Eindhoven mag nu een triviale stap lijken, maar voor een jonge Belgische onderzoeker was de overstap naar Nederland een moeilijkere beslissing dan mijn eerdere overstap naar Amerika. Zonder de onvoorwaardelijke steun van Rina, en het begrip van onze kinderen, had ik deze stap nooit kunnen zetten.
Alle medewerkers van de sectie Informatiesystemen hebben hun nieuwe Belgische collega meteen in de groep opgenomen. Maar mijn bijzondere dank gaat uit naar Geert-Jan Houben en Reinier Post, die samen met mij het hypertekst-onderzoek hebben opgezet. Gezamenlijk hebben we ons gerealiseerd welke de moeilijkheden zijn om informatie te vinden in een hypertekst.
Ook wil ik de vele studenten bedanken die soms met veel moeite de prototypes van het adaptieve hypermediadictaat hebben getest, en ook zij die aan de ontwikkeling van de bijhorende software hebben meegewerkt.
Ik wil mijn collegae hoogleraren bedanken, die bij het zoeken naar een hoogleraar Informatiesystemen in hun keuze het belang hebben bevestigd dat onze faculteit hecht aan een vooruitstrevende rol op het gebied van de documentaire informatietechnologie, waarvan hypertekst, World Wide Web, en Internet prominente verschijningsvormen zijn.
Tenslotte wil ik een woord van dank richten tot de Nederlandse staat en gemeenschap, die mijn vrouw en mij met open armen hebben ontvangen. Na een reeks onaangename ervaringen met de Belgische fiscale en sociale wetgeving, en met de ambtenaren die deze wetten moeten uitvoeren, ben ik verheugd deel te mogen uitmaken van een nieuwe samenleving, waarin uiteraard niet alles rozegeur en maneschijn is, maar waarin mensen terecht kunnen beweren dat er nog toekomst is, en waarin politici en hoge ambtenaren niet moeten liegen om in de media positieve toekomstbeelden te schetsen.
Ik heb gezegd.